Geschiedenis

Om een juist beeld te kunnen vormen voor het ontstaan van onze hedendaagse kerk en kerkgemeenschap moeten we een terugblik werpen op de Wemeldingse dorpsgemeenschap van rond 1860-1870 tot 1926-1927.
Gedurende de tweede helft van de 19e eeuw ontstond in die tijd als symptoom van de godsdienstige en sociale spanningen in de Wemeldingse samenleving het kerkje van Adriaan van Velzen.

Wemeldinge had omstreeks 1865 ongeveer 1000 inwoners en de Wemeldingse samenleving bestond toendertijd uit twee streng van elkaar gescheiden sociale standen, t.w. de boeren aan de ene kant en arbeiders aan de andere kant.
De middenstand was in zeer beperkte mate wel aanwezig , maar breidde tengevolge van het nieuwe kanaal, dat in 1866 was geopend, wel steeds verder uit.

Geheel Wemeldinge was Hervormd, waarbij het in de kerk praktisch was uitgesloten dat een boer naast een arbeider kwam te zitten.
Er was in de kerk een systeem van zitplaatsen-verhuur en de daarbij behorende verdeling in dure, minder dure, goedkope en vrije plaatsen.
Alleen bij de bediening van het Heilig Avondmaal zat men aan de lange tafel.
Het Nederlands Hervormd kerkgenootschap gaf in de 19e eeuw algemeen verval te zien, alhoewel dit in Wemeldinge minder waarneembaar was dan elders.
Dit kwam vooral door de persoon van Ds. Jan Kamerman, die van 1828-1852 predikant te Wemeldinge was.
De Afscheiding van 1834, die in Zeeland onder leiding stond van Ds. Huibert Jacobus Budding, kreeg in Wemeldinge door zijn toedoen (nog) geen
vaste voet aan de grond.
De toestand veranderde nadat in 1852 Jan Kamerman was overleden en het kerkelijk en godsdienstig leven achteruit ging.

Aan de andere kant was daar de grote roep, die van Ds. Budding uitging en inmiddels had dit geleid tot enkele individuele afscheidingen, die in Wemeldinge grote indruk hadden gemaakt.
Toen de eersten zich hadden afgescheiden en over de dam waren, volgden er meer.
Verschillende personen verlieten de Hervormde kerk om zich aan te sluiten bij Ds. Budding, die inmiddels vanuit de Christelijk Afgescheiden Kerk in Goes een vrije gemeente had gesticht, die hij Evangelisch Christelijke of Christelijke Evangelische gemeente noemde.
Omstreeks 1865 begon Ds. Budding wat meer te doen aan de plaatselijke organisatie van de leden van zijn Christelijk Evangelische Gemeente op de verschillende dorpen.
In Wemeldinge werd in 1866 een permanente vergaderplaats ingericht in een deel van de schuur van Cornelis Lindenbergh op het oosteinde van het dorp, die daarvoor werd gehuurd.
Op 10 november 1870 stierf Ds. Budding en werd de leiding van het gemeentelijk werk opgedragen aan twee ouderlingen. Echter niet iedereen ging daarmee akkoord.
Een leerling van Ds. Budding, die een beperkte theologische opleiding had gevolgd aan de Zendingsschool van Ds.Witteveen in Ermelo en naderhand de Christelijk Evangelische groepen in Bath en in Zaamslag had geleid, pretendeerde op grond van vermeende uitspraken van Ds. Budding, deze te moeten opvolgen.
Een scheuring was het gevolg en de leden , voorzover woonachtig in Kapelle en Biezelinge en een gedeelte uit Wemeldinge kerkten vanaf 1871 te Kapelle en stichtten een zelfstandige gemeente.
Eén der leiders van de Kapelse groep was Adriaan van Velzen.

De Wemeldingse Christelijk Evangelischen waren dus sinds 1871 gescheiden in twee groepen. Eén die in Goes kerkte en één die in Kapelle kerkte.
Deze twee groepen gaven een opmerkelijk sociaal verschil te zien, dat des te merkwaardiger is omdat Ds. Budding zijn hele leven getracht heeft het verschil tussen arm en rijk te doorbreken.
De welgestelde boeren reden naar Goes en naar Kapelle gingen vrijwel uitsluitend de arbeiders.

In Apeldoorn werd in 1841 een zekere Adrianus Mooij geboren. Zijn ouders verhuisden na korte tijd naar Ermelo,en traden toe tot de Zendingsgemeente van
Ds.Witteveen.
Na een kort verblijf als zendeling in Soedan keerde Adrianus Mooij terug naar Ermelo en werd als evangelist uitgezonden naar Zuid-Beveland.
De gemeenschap van Adriaan van Velzen benoemde Mooij tot voorganger.
Er scheidden zich steeds meer gezinnen af van de Hervormde Kerk om naar de gemeenschap van Mooij en Van Velzen te gaan.

Zo energiek was desondanks die gemeenschap dat zij besloot met primitieve middelen een kerkje te bouwen. Toen in juli 1874 het hofsteedje aan het Kortstraatje voor sloop werd verkocht, kochten Adriaan van Velzen en Marinus Traas tot aller verbazing alle planken en balken, ten behoeve van de gemeenschap.
Daarnaast werd 1000 gulden geleend van de Goese gemeente en Adriaan van Velzen, die aan de Dorpsstraat woonde, naast het slopje van Sauer, schonk uit zijn armoe voor niets het achterste gedeelte van zijn tuin, en daarop werd een kerkje gebouwd, dat in 1876 werd ingewijd door Ds.Mooij.

Ná een vruchtbare conferentie ter verdieping van het geestelijk leven, die door Ds. Mooij in het kader van de opwekkingsbeweging was georganiseerd in het begin van 1879, waaraan ook de Goese leden deelnamen, besloten de laatsten zich met de Wemeldingse gemeente te verenigen, hetgeen op 21 maart 1879 geschiedde, waarna op 6 april 1879 de Vrije Evangelische Gemeente te Wemeldinge werd gesticht.

Het kerkje, dat in 1876 werd ingewijd door Ds.Mooij, zou tot 1926 dienst doen en werd dan gesloopt/verbouwd tot onze hedendaagse kerk aan de
Noordelijke Achterweg 67 te Wemeldinge.
In 2007 werd het bestaande kerkgebouw uitgebreid met de aanbouw “De Zaaier”.
(Bron: Het kerkje van Adriaan van Velzen van Drs. C. Dekker 1969)